woensdag 5 november 2008

INLEIDING TOT DE MUZIEK VAN EERGISTEREN

Het nieuwste boek van de drs. W.C.M. Kloppenburg - Stichting online!


INLEIDING TOT DE MUZIEK VAN EERGISTEREN

Om het boek online te lezen ga naar: http://www.kloppenburgstichting.nl/


De ontwikkelingen in de muziekgeschiedenis, zoals deze zich voordeden in de periode 1890 - 1940 met speciale aandacht voor nieuwe muziekinstrumenten door drs. Wim Kloppenburg (+) en dr. Hans van Dijk.

Nec tua laudabis studia, haud aliena reprendes


Hans Trip, 5 november 2008



INDEX


ter inleiding en verantwoording


a. Technisch gedeelte:

I Stijlen
II Toonsystemen
III Toonladders, toonsoorten en modi
IV Tonaliteit


b. Historisch gedeelte:

V De tweede Weense school
VI Leerlingen en navolgers
VII Andere tijdgenoten
VIII Jazzinvloeden op de Europese en Amerikaanse kunstmuziek
IX Een nieuw genre: filmmuziek
X Vokale muziek / kerkmuziek
XI Vokale muziek / opera en operette
XII Vokale muziek voor koor en solostemmen
XIII Kamermuziek
XIV Monodische muziek
XV Intermezzo / muziek in oorlogstijd
XVI Nederlandse muziek tijdens het Interbellum


c. Instrumenten:

strijkinstrumenten
tokkelinstrumenten
opnieuw ingevoerde oude instrumenten
houten blaasinstrumenten en saxofoon
koperen blaasinstrumenten
harmonica en accordeon
de menselijke stem
slaginstrumenten (indeling)
instrumenten, bespannen met een vel (membrafonen)
metalen zelfklinkers (metalen idiofonen)
houten zelfklinkers (houten idiofonen)
exotische zelfklinkers (niet-Europese idiofonen)
indirekt klinkende idiofonen
effektinstrumenten
het slagwerk in de jazzmuziek
elektrische en elektronische muziekinstrumenten
automatische en mechanische instrumenten
exotische slaginstrumenten
appendix
Mijlpalen in de geschiedenis van het slagwerk
(het slagwerk in 38 komposities nader besproken)
voetnoten
bibliografie


Ter inleiding en verantwoording:

Dit boek is op de eerste plaats geschreven voor muziekliefhebbers
(niet speciaal beroepsmusici), mensen, die zijn geïnteresseerd
in de muziek van de periode 1890-1940, in het bijzonder
in de nieuwe aspekten van die tijd. De in de laatste
decennia enorm toegenomen belangstelling voor de muziek uit
deze periode rechtvaardigt de titel. Als de 'muziek van gisteren'
zou men zich dan de muziek van de vorige generatie moeten
voorstellen, de muziek uit de tweede helft van de twintigste
eeuw. Een bepaalde voorkennis van muziektheorie is alleen voor
wat betreft het eerste, het technische gedeelte van dit boek
gewenst maar niet beslist noodzakelijk.
Dit boek is dus op de eerste plaats een leesboek voor de
muziekliefhebber maar kan daarnaast ook als studieboek voor de
(aanstaande) professionele musicus dienen.
De auteurs huldigen het standpunt, dat alle soorten muziek het
waard zijn om kennis van te nemen, ook de muziek, die minder
gemakkelijk 'in het gehoor ligt'. Uiteraard dienen de vele in
dit boek genoemde komposities niet als vermeldingen zonder
meer, maar is het de bedoeling om zoveel mogelijk van de
klinkende muziek kennis te nemen.
Handboeken over muziekgeschiedenis eindigen bij de nieuwste
ontwikkelingen. Dat is altijd een bijzonder precair onderwerp
omdat geen mens alle ontwikkelingen in zijn eigen leefwereld
kan overzien. De historicus kan een aantal feiten signaleren
zonder daarover een waardeoordeel te kunnen uitspreken. Een
Duits muziekhistoricus, die over de achttiende en negentiende
eeuw beslist degelijk werk leverde, deed anno 1927 de school
van Schönberg af met het woordje 'Unfug'. Welk een historische
blunder daardoor driekwart eeuw later zichtbaar is geworden,
heeft de goede man gelukkig niet meer behoeven mee te maken.
In het Nederlandse taalgebied zijn er recentelijk wel boeken
over muziekgeschiedenis in het algemeen verschenen maar geen
gespecialiseerde studies over de periode 1890 - 1940, uitgezonderd
het onvolprezen 'Muziek van de 20ste eeuw' uit 1964
van Ton de Leeuw. Daarin wordt echter vooral de nadruk op de
muzikaal-technische kanten gelegd en van de lezer een behoorlijke
voorkennis gevraagd. Boeken die de nieuwe ontwikkelingen
in de periode 1890-1940 in een bredere context willen laten
zien, dateren allemaal van vóór 1960 (Stam, Broeckx, zie
bibliografie) of zijn in een andere taal dan de Nederlandse
geschreven. Aan een overzicht van deze materie in de Nederlandse
taal bestaat beslist een behoefte. Dit boek is dan ook
een poging om alles wat in de periode 1890-1940 nieuw was, op
een bruikbare manier samen te vatten. Dat daarvoor - met name
in de eerste hoofdstukken - soms diep op technische zaken moet
worden ingegaan is onvermijdelijk.
Naast de verschillende nieuwe stromingen, modes, scholen en
technieken is ook ruime aandacht besteed aan de muziekinstrumenten,
waarmee alles tot klinken moet worden gebracht. Het
accent ligt daarbij uiteraard op de instrumenten, die na ±
1890 in de praktijk kwamen. Dat zijn hoofdzakelijk slaginstrumenten
en instrumenten die voor het voortbrengen van een toon
gebruik maken van elektriciteit. Sommige instrumenten, vooral
effektinstrumenten, die al in de 19e eeuw voorkomen zijn mee
behandeld.
Ook is ruime aandacht besteed aan Nederlandse komponisten, die
floreerden tussen 1890 en 1940, of die hun carrière in deze
periode begonnen. Deze tijd heeft veel komponisten gekend, die
muziek van hoge waarde schreven, maar relatief weinig, die
gerekend kunnen worden tot de meer vooruitstrevende figuren in
Europa. Doel van het gehele betoog is uiteraard aan te tonen
of, wanneer, waar en in hoeverre de genoemde komponisten bij
de vernieuwingen van hun tijd aansloten. Voor verdere studie
zijn titels van komposities vermeld, zoals trouwens bij verreweg
de meeste in dit boek genoemde komponisten.
Alle in dit boek vermelde komposities zijn in druk verschenen
(of wat betreft Nederlandse komponisten, bij Donemus, Amsterdam
in fotocopie te raadplegen), tenzij uitdrukkelijk anders
vermeld. In de bibliografie staat een aantal naslagwerken
vermeld, dat het opzoeken vergemakkelijkt. Van de meeste
komposities bestaan opnamen. De bij een kompositie gegeven
jaartallen zijn altijd die, waarin het werk werd voltooid,
niet - zoals in veel handboeken gebruikelijk - van het jaar
waarin het werd gepubliceerd of voor het eerst uitgevoerd.
Daarom zullen deze jaartallen vaak afwijken van die in andere
boeken.
In de hoofdstukken over muziekinstrumenten is er naar gestreefd
om het eerste werk te vermelden, waarin het instrument
voorkomt maar natuurlijk kan een bepaald muziekinstrument in
een ouder werk voorkomen dat niet is gepubliceerd.
Terecht staat de naam van drs. Wim Kloppenburg als mede-auteur
vermeld:
Wim Kloppenburg (1910-2000) was in Nederland een erkende
autoriteit op het gebied van pianospel en pianomethodiek, die
veel over deze onderwerpen heeft gepubliceerd. Daarnaast
schreef hij een proefschrift over Willem Pijper, dat hij om
buiten zijn schuld liggende redenen helaas nooit heeft kunnen
voltooien. Tot na het overlijden van de auteur op 13 mei 2000
te Enschede, ten tijde van, niet ten gevolge van de vuurwerkramp
bleef het liggen, maar werd in 2005 alsnog postuum
gepubliceerd.
In de jaren 1963 - 1965 publiceerde Wim Kloppenburg zijn
muziekgeschiedenismethode 'Muziek door de eeuwen'. Deze uitgave
verscheen in vier delen, waarvan het vierde de muziek van
de twintigste eeuw behandelt, d.w.z. tot het jaar 1963. De
boeken bleken in het muziekvakonderwijs goed aan te slaan; in
mijn praktijk als conservatoriumdocent heb ik ze bijna een
kwart eeuw kunnen gebruiken. Dit was mogelijk omdat ik in
samenspraak met mijn oud-leermeester alle wijzigingen en
aanvullingen die hij in de loop der jaren aanbracht, direct
kon overnemen.
Inmiddels stonden muziekwetenschap en nieuwe ontwikkelingen
niet stil. Wim Kloppenburg was zelf de eerste om te onderkennen,
dat in 1970 de eerste twee delen van 'Muziek door de
eeuwen' al verouderd en het laatste niet meer up to date
waren. Vanaf dat jaar onderhandelde hij met de uitgever over
een bijgewerkte heruitgave, helaas tevergeefs. Van het derde
en vierde deel verscheen nog een foto-mechanische herdruk,
waarin achterin enkele bladzijden werden toegevoegd met wat
'losse feiten': in hoofdzaak jaartallen van na 1963 overleden
komponisten en summiere aanvullingen van werklijsten. Van
correcties, laat staan van een nieuwe bewerking was geen
sprake. Het gevolg hiervan was, dat de 'methode Kloppenburg'
in het onderwijs snel onbruikbaar werd. Bovendien werd het
vierde deel na 1977 niet meer herdrukt, waardoor ook de eerste
drie delen een deel van hun waarde verloren.
Twee jaren vóór zijn overlijden vroeg Wim Kloppenburg mij, om
een gecorrigeerde heruitgave van 'Muziek door de eeuwen' te
willen verzorgen. De auteursrechten op zijn werk vallen toe
aan de op 18 januari 2002 opgerichte 'Kloppenburg-Stichting'.
Deze trachtte met de uitgever tot overeenstemming te komen wat
betreft een heruitgave van de geheel bijgewerkte 'methode
Kloppenburg'. De uitgever bleef echter van mening dat overleg
hieromtrent niet eerder mogelijk zou zijn, voordat de oude
restanten van de delen een, twee en drie (NB. uit de eerste
helft jaren zestig!) alsnog verkocht zouden worden. De met de
auteur destijds gesloten contracten lieten enerzijds niet toe
dat de 'Kloppenburg-Stichting' de uitgave zonder meer bij een
andere uitgever kon onderbrengen, anderzijds echter ook niet,
dat de oorspronkelijke uitgever zelf een nieuwe bewerking op
de markt mag brengen.
De enige manier om van Wim Kloppenburg's werk nog iets in
omloop te houden bleek, een hoeveelheid materiaal in een nieuw
boek onder te brengen. Daartoe moesten zijn teksten volledig
worden omgewerkt teneinde iedere vorm van plagiaat bij voorbaat
uit te sluiten. De inhoud bleef uiteraard gelijk, mét
gebruikmaking van een grote hoeveelheid correcties, die hij
zelf in ruim een kwart eeuw aanbracht.
Rest mij mevrouw Janine Dispa-van Mever en de heren, dr. Rolf
Dammann, dr. Charles Hamilton en Toon Ottink te bedanken voor
de nauwkeurige wijze waarop zij het script hebben gelezen en
van deskundig kommentaar voorzien. De adviezen van prof. dr.
Eberhard Rebling, die het overgrote deel van de in dit boek
beschreven historische feiten in bijna een eeuw persoonljk
heeft meegemaakt, bleken van onschatbare waarde.

November 2007

Dr. Hans van Dijk

Direct inloggen in het boek, klik: http://members.home.nl/hansmusic/WPBOEK.pdf

Geplaatst door de beheerder:
Hans Trip, 5 november 2008

http://www.hanstrip.nl/
http://www.hansmusic.nl/



Bibliografie

In deze bibliografie zijn geen biografieën opgenomen. Van
vrijwel iedere in dit boek genoemde komponist bestaan een of
meer biografieën, die worden vermeld in de desbetreffende
topics in de encyclopedieën MGG I en II, Riemann, Grove en
Larousse. Een uitzondering wordt gevormd door auto-biografieën
en boeken waarin een komponist veel over zichzelf vertelt
(zoals Arthur Honegger's 'Je suis kompositeur').
Boeken over algemene muziekgeschiedenis zijn slechts bij wijze
van uitzondering opgenomen; daarentegen wel boeken over
muziekgeschiedenis van de eerste helft twintigste eeuw. De
meeste daarvan bevatten ook weer een uitvoerige bibliografie.
Gespecialiseerde artikelen uit tijdschriften zijn vermeld in
de voetnoten.


G. Avgerinos: Handbuch der Schlag- und Effektinstrumente
Frankfurt am Main, 1967
Anthony Baines: Woodwind instruments and their history
London, 1957
Charles Bavin The percussion band from A to Z
London, 1932
Hector Berlioz: Grand traité d'Instrumentation
Paris, 1844
Clifford Bevan The tuba family
London, 1978
[Een uitstekend overzicht; heldere uitleg
over een groot aantal koperen blaasinstrumenten,
gangbaar in de negentiende eeuw]
N. Bessaraboff Ancient European Musical Instruments
Harvard, 1941
James Blades: Percussion Instruments and their History
London, 1970 (herdruk 1975)
[James Blades (1901-1999) was bijna zeventig
jaar als slagwerker aktief. Zijn boek is dan
ook gebouwd op een enorme praktijkervaring.
Behalve een alomvattende belangstelling voor
het fenomeen 'slagwerk' geeft de auteur blijk
van een zeer grote technische vakkennis. Hij
was geen beroepsschrijver en natuurlijk bevat
zijn ruim 500 pagina's dikke boek enkele kleine
onjuistheden, maar in welk populair-wetenschappelijk
boek komen die niet voor? Wat het
gebruik van 'Percussion Instruments and their
History' tot een plezierige ervaring maakt, is
de enorme liefde en gedrevenheid, waarmee het
is geschreven. Het geeft een antwoord op bijna
alle in de praktijk voorkomende vragen, een
antwoord, dat ook na verloop van tijd, na
toetsing aan de praktijk, het juiste blijkt te
zijn. Een van de beste en meest bruikbare
boeken op dit terrein.]
Adam Carse The History of Orchestration
London/New York, 1925
[herhaaldelijk herdrukt; nog altijd bruikbaar]
David Daniels Orchestral Music
Lanham, 2005
E.B. Gangware The history and use of percussion instruments
in orchestration
dissertatie Northwestern University
s.l. [Chicago], 1962
Fr. Gevaert Noveau traité d'Instrumentation
Paris/Bruxelles, 1885
Gordon Jacob Orchestral technique
Oxford, 1940
J.A. Kappey Military music
[een boek dat voor de toenmalige stand van
wetenschap het predikaat 'standaardwerk'
verdient]
London, 1894
Georges Kastner Manuel Général de Musique Militaire
Paris, 1848
Georges Kastner Traité Général d'Instrumentation
Paris, 1837
H.M. Lavoix Histoire d'Instrumentation
Paris, 1878
Winfried Pape Instrumentenhandbuch / Streich-, Zupf-, Blasund
Schlaginstrumente in Tabellenform
Köln, 1971
K. Peinkofer / Handbuch des Schlagzeugs
Fritz Tannigel Mainz, 1969
Gardner Read Thesaurus of Orchestral Devices
New York/London, 1953
Edmundo Ros The Latin-American Way
London, 1949
Curt Sachs Handbuch der Musikinstrumentenkunde
Leipzig, 1930
Curt Sachs Reallexikon der Musikinstrumente
Berlin, 1913
A. Schaeffner l'Origine des Instruments de Musique
Paris, 1936
N. Slonimsky: Music of Latin-America
New York, 1946

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Gerald Abraham A Hundred Years of Music
London, 1949²
Gerald Abraham Romanticism
[ed.] [New Oxford History of Music vol. IX]
Oxford, 1990
Jean Absil Les postulats de la musique contemporaine
Huy, 1937
J. van Ackere l'Age d'or de la Musique Française
Bruxelles, 1960
J. van Ackere Muziek van onze eeuw 1900-1950
Antwerpen/Utrecht, 1954
H. Antcliffe De muziek in Europa na Wagner
Amsterdam, 1925
George Antheil Bad boy of Music
New York, 1945
[Weliswaar vanuit een autobiografische opzet
maar ook veel fantasie. Hoofdpersonen: de
komponist Igor Strawinsky, de auteur James
Joyce, de dichteres Gertrude Stein, de dirigent
Leopold Stokowsky, de filmactrice Hedy
Lamarr (met wie hij samen een nieuw soort
torpedo uitvond [patent 1940]) en zijn zoon
Peter. Ondanks de historische onbetrouwbaarheid
toch plezierig om te lezen als 'schelmenroman'.]
G. Jean Aubry Fransche muziek [twee delen]
Leiden, 1922
Stéphane Audel Francis Poulenc / Moi et mes amis
Paris/Genève, 1963
[soort biografie, samengesteld aan de hand van
gesprekken; behandelt ook de komponisten die
Poulenc bewonderde, dichters, beeldende
kunstenaars en algemeen cultuurbeeld Parijs
1918-1950]
William Austin Music in the twentieth century
New York, 1966
[bevat zeer uitvoerige bibliografie]
A. Bacharach British Music of our time
(ed) Harmondsworth, 1946
Cor Backers Nederlandsche komponisten van 1400 tot op
onzen tijd
Den Haag, 1942
Henk Badings De hedendaagsche Nederlandsche muziek
Amsterdam, s.d. [± 1936]
Henry Barraud Pour comprendre les musiques d'aujourd'hui
Paris, 1968 (met gramofoonplaat)
H. Barth [ed] Jahrbuch der Musikwelt (Jg. 1, 1949/1950)
Bayreuth, 1949 [meer delen niet verschenen]
Paul Bekker Neue Musik
Stuttgart, 1923
Guy Bernard l'Art de la Musique
Paris, 1961
Eric Blom Music in England
London, 1947 (= rev. edition)
S. Borris Einführung in die moderne Musik
Halle z.j.
Jan L. Broeckx Van Beethoven tot Strawinsky
Antwerpen/Antwerpen, s.d. [1954]
[degelijk maar verouderd]
Ernst Bücken Die Musik des 19. Jahrhunderts bis zur Moderne
[Handb. der Musikw. vol. V]
Potsdam, 1932
[nog altijd bruikbaar]
Fritz Busch Pages from a Musician's Life
London, 1953
[oorspr. in het Duits; gaat tot 1933; geeft
goed beeld van muziekleven 1910-1933]
F. Busoni Entwurf einer neuen Aesthetik der Tonkunst
Wiesbaden, 1954 [reprint]
J. Chailley 40.000 Ans de Musique
Paris 1961
G. Charbonnier Entretiens avec Edgard Varèse
Paris, 1970
Gilbert Chase America's Music from the Pilgrims to
the present
New York, 1955
Gilbert Chase A Guide to the Music of Latin-America
Washington, 1962
Gilbert Chase The Music of Spain
New York, 1959²
Jean Cocteau Le coq et l'Arlequin
Paris, 1918
[tegen de aanhangers van Wagner]
Jean Cocteau Carte blanche
Paris, 1920
[kunst en maatschappij]
André Coeuroy Panorama de la musique contemporaine
Paris, 1928
André Coeuroy Panorama der hedendaagsche muziek
[Ned. vertaling; met aanvulling Nederlandse
komponisten door Julius Hijman]
Arnhem, 1931
Paul Collaer La musique moderne 1905-1955
Paris, 1955
Martin Cooper French Music from the death of Berlioz
to the death of Fauré
London/New York/Toronto, 1951
[zeer degelijk en betrouwbaar]
Martin Cooper The modern age 1890-1960
[ed.] [New Oxford History of Music vol. X]
London/New York/Toronto, 1974
Aaron Copland Music and Imagination
Cambridge (Mass.), 1952
Aaron Copland Our New Music
New York, 1951
Aaron Copland The new Music 1900-1960
London, 1968
Carl Dahlhaus Die Musik des 19. Jahrhunderts
[Neues Handbuch der Musikwissenschaft, vol. 6]
Wiesbaden, 1980
John Daniskas Nederlandsche komponisten van de XIXe
en XXe eeuw
Den Haag, s.d. (niet vóór 1942)
Hermann Danuser Die Musik des 20. Jahrhunderts
[Neues Handbuch der Musikwissenschaft, vol. 7]
Wiesbaden, 1984
Claude Debussy Mr. Croche antidilettante
14e ed., Paris, 1937
Norman Demuth Musical Trends in the 20th Century
London, 1952
Dittrich/Blom/ Berlijn-Amsterdam 1920-1940 Wisselwerkingen
Bool [ed] Amsterdam, 1982
Sem Dresden Het muziekleven in Nederland sinds 1880
Amsterdam, 1923
René Dumesnil La première moitié du XXe siècle
Paris, 1960
Hans van Dijk Jan van Gilse / strijder en idealist
Buren, 1988
[Nederlands muziekleven 1900-1940]
H.H. Eggebrecht Zur Terminologie der Musik des
20. Jahrhunderts
Stuttgart, 1974
Alfred Einstein Music in the Romantic Era
New York, 1947
Hanns Eisler Komposing for the films
New York, 1947
Hanns Eisler Musik und Politik 1924-1948
Leipzig, 1973
Hermann Erpf Entwicklungszüge in der zeitgenössischen Musik
Karlsruhe, 1922
Marius Flothuis Denken over muziek
Kampen, 1993
[opstellen; vooral belangrijk voor Nederlandse
muziek cq. Willem Pijper]
Marius Flothuis Mijlpalen & keerpunten in de muziek van de
twintigste eeuw
Nijmegen, 2003
[Een zeer persoonlijke visie op een aantal
komposities, die de in 2001 overleden hoogleraar
muziekwetenschap na aan het hart lagen.]
John A. Foulds Music Today
London, 1934
Gaudefroy- Histoire de la musique Française
Demombynes: Paris, 1946
Detlev Gojowy Neue sowjetische Musik der 20er Jahre
Wiesbaden, 1980
Antoine Goléa Esthétique de la Musique Contemporaine
Paris, 1955
Antoine Goléa Rencontres avec Olivier Messiaen
Paris, 1961
P. Gradenwitz The music of Israel
New York, 1949
Paul Griffiths A concise history of avant-garde music
New York, 1978
Grues/Kruttge/ Von neuer Musik
Thalheimer [ed] [vooral belangrijk voor Tweede Weense School]
Köln, 1925
Howard Hartog European Music in the 20th Century
[ed.] London, 1957
J. M. Hauer Vom Melos zur Pauke
Wien, 1925
J. M. Hauer Zwölftontechnik / Die Lehre von den Tropen
Wien, 1926
F. Herzfeld Musica nova
Berlin, 1954
F. Herzfeld Musica nova (vertaling in het Nederlands)
Bussum, s.d., (± 1955)
[zeer bruikbaar als eerste orientatie]
Hans Hoffmann Vom Wesen der zeitgenössischen Kirchenmusik
Kassel/Basel, 1949
Paul Hindemith A Komposers World, Horizons and Limitations
New York, 1952
Paul Hindemith Traditional Harmony (twee delen)
New York, 1943 en 1948
Paul Hindemith Unterweisung im Tonsatz (twee delen)
Mainz 1937 en 1939
Hindemith Jahrbuch sinds 1971 (ook artikelen van H. zelf)
Arthur Honegger Je suis kompositeur
[niet direct een auto-biografie; meer algemene
beschouwingen; betreft ook tijdgenoten]
Paris, 1951
Arthur Honegger Nachklang
[korte auto-biografie en selectie uit zijn
artikelen]
Zürich, 1957
A. Hutchings Church Music in the nineteenth Century
London, 1967
Julius Hijman Nieuwe Oostenrijkse muziek
[Tweede Weense School; zeer goede basis voor
eerste oriëntatie; nog altijd bruikbaar]
Amsterdam, s.d., [± 1939]
Charles Ives Essays before a Sonata & other writings
London, 1969
Edgard Istel Die moderne Oper vom Tode Richard Wagners
bis zur Gegenwart'
[een van de belangrijkste studies in deze
materie]
Leipzig, 1923²
Walter Jacob Zeitklänge
[contemporaine komponisten en dirigenten]
Buenos Aires, 1945
Hanns Jelinek Anleitung zur Zwölftonkomposition
Wien, 1952
Wim Kloppenburg Willem Pijper (1894-1947) /
Hans van Dijk Thematisch-bibliografische catalogus van zijn
werken en biografische schets
[Een gereviseerde heruitgave van de oorspronkelijke
catalogus uit 1960, aangevuld met een
onvoltooide biografie, die de basis had moeten
vormen van Kloppenburg's dissertatie; bevat
veel materiaal 'uit eerste hand']
Zutphen, 2005
Ernst Krenek Ueber neue Musik
Wien, 1937
Const. Lambert Music ho! / A study of Music in decline
Harmondsworth, 1934
Paul Landormy La musique Française de Franck à Debussy
Paris, 1943
Paul Henry Lang Contemporary Music in Europe
/ Nathan Broder New York, 1965
Karl Laux Musik und Musiker der Gegenwart
[nb. behandelt alleen Duitse komponisten]
Essen, 1949
Karl Laux Die Musik in Russland und in der Sowjetunion
Berlin, 1958
Ton de Leeuw Muziek van de 20ste eeuw
[gaat vooral in op de technische aspecten]
Utrecht, 1964
René Leibowitz Introduction à la Musique de Douze Sons
Paris, 1949
René Leibowitz Schönberg et son école
Paris, 1947
Zofia Lissa Aesthetik der Filmmusik
Berlin, 1965
Jörg Mager Vierteltonmusik
Aschaffenburg, 1916
Ludwig Mayer Die Musik des 20. Jahrhunderts
[geschikt als eerste oriëntatie over Duitsland
en Oostenrijk; nogal wat onjuistheden w.b.
andere landen]
Wels/Zürich, 1955
C. McCarty Filmkomposers in America
Glendale, 1953
Alois Melichar Musik in der Zwangsjacke
[de auteur (destijds gevierd dirigent) is in
dit boek en ook in vergelijkbare publicaties
sterk tegen bepaalde stromingen in de muziek]
Wien / Stuttgart, 1958
Wilfred Mellers The Sonata Principle / The Romantic [era] and
the twentieth Century
[veel aandacht voor technische aspecten]
London, 1957
Hans Mersmann Musik der Gegenwart
Berlin, s.d., [1923]
Hans Mersmann Die Moderne Musik seit der Romantik
[Handbuch der Musikwissenschaft vol. VI]
[nog altijd bruikbaar]
Potsdam, 1927
Ol. Messiaen Technique de mon langage musical (twee delen)
Paris, 1944
Darius Milhaud Notes sans musique
[soort autobiografie maar ook over talrijke
andere zaken, die de auteur interesseren.
nb. gaat slechts tot 1947]
Paris, 1949
W. von Moellen- Vierteltonmusik
dorff Leipzig, 1917
M. Monnikendam Nederlandse komponisten van heden en verleden
Amsterdam, 1968
H. de la Motte/ Filmmusik / Eine systematische Beschreibung
H. Emons München, 1980
F. v. d. Mueren Perspectief van de Vlaamse muziek sedert
Benoit
Hasselt, 1961
Walter Niemann Die Musik seit Richard Wagner
Berlin, 1913
Frank Onnen Excursies door de Franse muziek
Utrecht/Antwerpen, 1951
Carl Orff C.O. und sein Werk / Dokumente
[vooral gegevens over komposities
en theorieën]
Tutzing 1975-1981 [7 delen]
H. Pauli Filmmusik / Stummfilm
Stuttgart, 1981
H. Pfrogner Die Zwölfordnung der Töne
Wien, 1953
Carel Porcelijn Barsten, breuken, bindingen
[essays, vnl. over Nederlandse muziek]
Amsterdam, 1979
Fr. Poulenc Entretiens avec Claude Rostand
Paris, 1954
Fred Prieberg Musik im NS-Staat
Frankfurt am Main, 1982
Willem Pijper De Quintencirkel
[artikelen]
Amsterdam, 1931
Willem Pijper De Stemvork
[artikelen]
Amsterdam 1930
U. v Rauchhaupt Die vokale Kirchenmusik Hugo Distlers
Gütersloh, 1963
Eduard Reeser Een eeuw Nederlandse muziek 1815-1915
Amsterdam, 1950
Eduard Reeser De muzikale handschriften van Alphons
Diepenbrock
Amsterdam, 1933
A.Roland-Manuel A la gloire de Maurice Ravel
Paris, 1938
Claude Rostand La Musique Française Contemporaine
Paris, 1952
Jean Roy Présences contemporaines / Musique Française
[In dit boek is veel informatie 'uit eerste
hand' verwerkt. Het bevat uitvoerige artikelen
over twintig Franse komponisten, geboren
tussen 1866 en 1927]
Paris, 1962
Josef Rufer Die Komposition mit zwölf Tönen
Berlin, 1952
Josef Rufer Das Werk Arnold Schönbergs
Kassel, 1959
[bevat ook reproducties van Schönberg's
schilderijen]
Luigi Russolo l'Art des bruits
Lausanne, 1975 [reprint]
Leo Samama Zeventig jaar Nederlandse muziek 1915-1985
Amsterdam, 1986
Paul F. Sanders Moderne Nederlandsche komponisten
Den Haag, s.d. [± 1932]
A. Schönberg Briefe
Mainz, 1958
A. Schönberg Harmonielehre
Wien, 1911 [daarna vele reprints]
A. Schönberg Structural Functions of Harmony
New York, 1954
[nb. ook vertaald in het Duits]
A. Schönberg Style and Idea
New York, 1950
A. Schönberg Texte
Wien 1926.
Carl Schorske Fin-de-siècle Vienna
New York, 1980
G. Schuller Early jazz / Its roots and musical development
New York, 1968
Willy Schuh Von neuer Musik
Zürich, 1955
Willy Schuh Zeitgenössische Musik
Zürich, 1947
Boris Schwarz Music and musical life in Soviet Russia
1917-1970
London, 1972
Kl. Schweitzer Orchestermusik des 20. Jahrhunderts
seit Schönberg
Stuttgart, 1976
Nic. Slonimsky Music since 1900
New York, 1937
Hermann Smith: The World's earliest Music
[i.v.m. jazzmuziek]
London, 1904
Henk Stam Inleiding tot de hedendaagse muziek
Haarlem, 1953
M.W. Stearns The story of Jazz
New York, 1956
Rudolf Stephan Neue Musik
Göttingen, 1958
I. Strawinsky/ Dialogues and a Diary
Robert Craft London, 1968
Igor Strawinsky Poétique Musicale
Paris / New York, 1942
H. H. Stucken- Die Musik eines halben Jahrhunderts 1925-1975
schmidt München, 1976
H. H. Stucken- Musik des 20. Jahrhunderts
schmidt München, 1969
W. Thiel Filmmusik in Geschichte und Gegenwart
Berlin, 1981
Hans A. Thomas Die deutsche Tonfilmmusik von den
Anfängen bis 1956
Gütersloh, 1962
R. Traimer Béla Bartóks Kompositionstechnik
dargestellt an seinen sechs Streichquartetten
Regensburg, 1956
Var. aut. Het honderd komponisten boek /
Nederlandse muziek van Albicastro tot Zweers
Haarlem, 1997
Var. aut. Jef van Hoof / een bundel studies en schetsen
Antwerpen, 1950
[naast biografisch materiaal veel bruikbare
informatie over de muziek]
Var. aut. Studia Memoriae Belae Bartók Sacra
[ook belangrijk voor ethnologie en jazz,
voorwoord Latijn, rest in moderne talen]
Budapest, 1957
Var. aut. Anton Webern

Hans Trip Enschede, 5 november 2008 (beheerder)